Fietsen is een snelle, schone en gezonde manier om je te verplaatsen. Daarom zet STIP zich in voor de fiets in Delft. Dit betekent dat er goede fietspaden zijn, een goede fietsinfrastructuur ligt, en genoeg fietsenstallingen zijn, zowel in de Binnenstad als bij het station. In 2012 regelde STIP, in samenwerking met verschillende fracties, dat er jaarlijks 200.000 euro gereserveerd wordt voor Delft als Fietsstad.
En dat heeft concrete resultaten geleverd. Want, zoals te zien op de foto, is er sinds april vorig jaar een fietspad vanaf de Kruithuisweg naar de Rotterdamseweg waar eerst alleen een trap was. Dit betekent dat er een betere fietsverbinding is tussen Delft Zuid en de TU. De verbinding is ook handig voor roeiers wanneer zij langs de kade moeten fietsen om de boten te begeleiden.
STIP heeft zich ook ingezet voor de fietsinfrastructuur en maakt zich hard voor onder andere de Oost-West verbinding in Delft. Door de verbouwing van de Spoorzone moest goed opgelet worden dat fietsers nog gemakkelijk van de ene kant van de stad naar de andere kant konden gaan. Hierbij heeft STIP aangegeven dat de Prinses Irenetunnel een belangrijke schakel in het fietsnetwerk is, en nooit gesloten mocht worden. Met resultaten, want de irenetunnel is open gebleven voor fietsers.
Een fietsstad heeft daarnaast wel een plek nodig om de fietsen te stallen. De verwachting is dat er in de toekomst 13.000 fietsenstallingen nodig zijn bij het station. In de planning staat dat er 5000 in de ondergrondse parkeergarage komen, 2500 in een fietsparkeergarage aan de Coenderstraat en nog 2500 verplaatsbare fietsenstallingen naast het stationsplein. Naast fietsplekken bij het station zet STIP zich ook in voor meer fietsenstallingen in de Binnenstad. Er moeten genoeg plaatsen zijn bij winkels, woningen, en uitgaansgelegenheden. Voorbeelden van verbeterpunten zijn de Choorstraat, Koornmarkt en het Bastiaansplein.
Fietsstad Delft, STIP regelt het.
Door: Gennadij Kreukniet