Kinderen in de pleegzorg zitten in een kwetsbare situatie. We moeten daarom zorgen dat we hen, ondanks hun situatie, zoveel mogelijk gelijke kansen bieden voordat ze op eigen benen komen te staan.
Afgelopen raadsvergadering bespraken we de ontwikkelagenda voor de pleegzorg. Een belangrijk onderwerp, omdat hier verschillende ontwikkelpunten in staan. Belangrijk aandachtspunt hierin voor STIP is de 18+ groep, deze jongvolwassenen mogen niet tussen wal en schip vallen.
In de commissievergadering heeft STIP daarom aandacht gevraagd voor deze specifieke groep. Na de 18e verjaardag van een pleegkind verliest hij of zij de pleegkindstatus, wat betekent dat de financiële ondersteuning voor pleegouders dan ook verloren gaat. Dit terwijl jongeren gemiddeld tot hun 23e bij hun ouders blijven wonen! Dit kan tot financiële knelpunten leiden bij de pleegouders, waardoor voortzetting van de ondersteuning bemoeilijkt wordt.
Wat STIP betreft moet Delft daarom ruimhartig omgaan met de voortzetting van pleegzorg, zodat de pleegkinderen een zachte landing in de maatschappij krijgen. Bovendien moet bij de inkoop van zorg gericht op jeugd goed gekeken worden naar de maatregelen die de instellingen nemen op het voorkomen van misbruik. Voor een succesvolle opvoeding van kinderen tot zelfbewuste en zelfstandige volwassen mensen is het nodig dat de gemeente vroeg aandacht schenkt aan kwetsbare groepen. Pleegkinderen hebben meer dan andere kinderen veel baat bij een veilige omgeving en continuïteit.
Gelukkig gaf de wethouder in de commissie aan dat in Delft de regeling voor voortzetting ruimhartig is. Goed om te weten is dat de overgang van de Jeugdzorg naar de WMO extra onder de aandacht wordt gebracht tijdens de accountgesprekken van het inkoopproces. Dat is voor STIP positief.
Door: Matthias Floor