Momenteel kent Delft de incubator YES!Delft voor technostarters en Bacinol II als bedrijfsverzamelgebouw voor kunstenaars en vormgevers. In dit rijtje kan verder de zogeheten ‘broedplaats’ genoemd worden. De manier van netwerken in deze verschillende vormen van kennisintensieve verzamelingen van starters en de inrichting van het pand in kwestie bepalen welke doelgroep hier wordt gehuisvest.
Vergeleken met steden als Rotterdam en Den Haag die een breed startersbeleid hebben loopt Delft achter, vindt STIP. Rotterdam heeft momenteel om en nabij de twintig projecten met betrekking tot het huisvesten van starters. Een voorbeeld van een broedplaats is de Creative Factory waar startende creatieve ondernemers onderling worden geclusterd in productieketens om een sfeer van samenwerking en versterking te stimuleren.
Verder kent Rotterdam de RDM-campus in het havengebied waar de focus op de startende maakindustrie ligt. Bepalende factor is hier de inrichting van het pand die het mogelijk maakt om grote industriële producten te fabriceren. Ook Den Haag huisvest startende ondernemers - de Caballero Fabriek is met haar moderne, strakke inrichting een voorbeeld van een incubator met sterk professionele uitstraling en bijbehorende relatief hoge instapdrempel.
Rotterdam en Den Haag huisvesten een aanzienlijk deel van de creatieve starters uit Delft die hier geen gepaste ruimte vinden. Deze groep bestaat vooral uit architecten en ontwerpers die niet binnen het profiel van YES!Delft en Bacinol II vallen. YES!Delft richt zich op starters die een concreet technisch product op de markt willen brengen. Bacinol II kent geen vorm van startersupport waaraan deze starters behoefte hebben. Hierbij komt dat YES!Delft met de geplande verhuizing naar het bedrijvenpark Technopolis een professionaliseringslag maakt, waardoor de instapdrempel voor starters opnieuw iets hoger komt te liggen.