Het is een enigszins genuanceerd ‘beloofd is beloofd’ geworden, maar wat STIP betreft koppen de kranten supergemeente Delft redt de beste bibliotheek van Nederland.
Met een raadsmeerderheid op het voorstel om DOK te voorzien van voldoende middelen heeft Delft in de raadsvergadering van 21 april haar trots en toewijding uitgesproken voor de centrale huiskamer DOK, waar Delftenaren elkaar ontmoeten en geen stof in de lucht hangt, maar het concept bibliotheek wordt opgesnoven. DOK is geen beste bieb van Nederland geworden omdat het er het lekkerst ruikt naar boeken en papieren stempelkaarten, vond en vindt STIP - DOK is anders, DOK is ‘cool’.
Tegelijkertijd voert Delft een bezuinigingsslag door en maakt keuzes die de stad kleuren. Sinds de gemeenteraadsverkiezingen in 2010 gaat het er niet meer om wat wel en niet belangrijk is, maar om wat meer en minder voorrang heeft. Het college kent DOK hoge prioriteit toe binnen het programma cultuur. Op dat punt gaat STIP volledig akkoord. De prioriteitenlijst zoals die er verder uitziet roept echter een belangrijke vraag op: hoe denkt Delft ritme in de culturele sector te gaan brengen zonder de zogeheten culturele weekenden, die ten gunste van DOK zijn geschrapt? Hoe zorg je zonder het hebben van die themaweekenden dat verbintenissen in stand worden gehouden? Hoe breng je partijen samen? Op welke manier faciliteert de gemeente haar culturele spelers zodat deze gezamenlijk culturele initiatieven zichtbaar maken en de stad laten leven? Wat is het culturele verhaal van Delft?
De culturele weekenden wisten onder wethouder Lian Merkx voor een grotere zichtbaarheid van de creatieve industrie van Delft te zorgen. Er werd een totaalplaatje neergezet met daaromheen een gezamenlijke marketing. Kleine initiatieven die nog nauwelijks een podium hadden, vormden samengevoegd een groot en interessant aanbod dat ook bezoekers van buiten de stad trok. Door te investeren in de onderlinge verbindingen maakte Delft het resultaat groot en zichtbaar – “kom naar Delft, de stad waar cultuur lééft!”
Het Delftse cultuurweekend is als aanjager en niet als eenmalig event bedoeld. Het biedt vruchtbare bodem om cross-overs te creëren. “Een stukje regelmaat en bewustzijnsverandering”, zegt één van de spelers. Aanhaken is mogelijk en geeft het geheel meer body: dát leidt tot het cultuurjaar-gevoel. “Nu bestaan er teveel kleine clubjes, zonder duidelijke producten. Dit verandert wanneer je ze laat werken aan een gezamenlijk evenement.” Met het schrappen van de culturele weekenden zit Delft niet alleen voor het dubbeltje op de eerste rij, maar schaaft er daarnaast de kantjes van af. Er is te weinig glijmiddel, zegt de sector.
Er is een gemeentelijk zetje nodig. Er is behoefte aan een gecoördineerd programma om het culturele aanbod van de stad naar een hoger plan te tillen, en dat hoeft helemaal niet zo gek ingewikkeld te zijn. STIP denkt aan een persoon die het papierwerk rondom de kleinere initiatieven verzorgt, zodat deze de handen vrij houden om de focus op het maken van cultuur te leggen. Of een ‘kamertje met een computer’, zoals één van de spelers stelt, of een cultuurbalie – één kaartje voor tig initiatieven.
In de raadsvergadering heeft de portefeuillehouder cultuur toegezegd om voor de programmabegroting 2012 met een stuk te komen waarin de bestaande en geplande initiatieven vanuit de gemeente worden omschreven die bijdragen aan het versterken van de culturele infrastructuur – STIP maakt zich op voor een constructief debat op cultuur.