STIP bespreekt het Bestuursprogramma: "Voorbereid op de toekomst"

Op donderdag 17 januari werd het bestuursprogramma 2018-2022 'Voorbereid op de toekomst' besproken door de Delftse gemeenteraad. Het stuk geeft de lijnen weer waar het college de komende jaren op in gaat zetten.

STIP bespreekt het Bestuursprogramma ‘Voorbereid op de toekomst’

Na de verkiezingen besloten GroenLinks, STIP, D66, PvdA en de VVD om samen de Delftse coalitie voort te zetten. Daarop volgde het coalitieakkoord 'De toekomst in uitvoering', waarin de coalitiepartijen hun gezamenlijke ambities voor Delft verwoordden (lees hier ook de reactie van STIP destijds). De uitvoering ligt echter bij het college, en met het bestuursprogramma 'Voorbereid op de toekomst' wordt geformuleerd hoe het college de ambities uit het coalitieakkoord vorm wil geven.

Fractievoorzitter Matthijs Gouwerok nam bij de bespreking het woord en benadrukte om de komende jaren op drie hoofdpunten te focussen: duurzaamheid, economie en de verstedelijksopgave, met daarbij aandacht voor cultuur en levendigheid. Lees hieronder het hele verhaal.


"Voorzitter,

Het gaat weer beter met Delft. We kunnen verder kijken dan het heden, op weg naar de toekomst. We kunnen ons meer veroorloven, maar nog niet genoeg om alle ambities uit het coalitieakkoord nu meteen al waar te maken. Daarom is het nodig om keuzes te maken. Voor STIP zijn er drie hoofdpunten voor de komende jaren: Duurzaamheid, economie en de verstedelijkingsopgave. Wij zien deze gelukkig ook terug als prioriteiten gekozen door het college.

Duurzaamheid

Duurzaamheid is één van de belangrijkste onderwerpen om als stad, maar ook als raad stappen op te zetten. Wij nodigen de hele raad uit hierover mee te denken en er vaker met elkaar over te spreken. Wij denken dat de thema's binnen Duurzaamheid: de energietransitie, klimaatadaptatie, maar ook betaalbaarheid, een hele grote impact gaan hebben op Delftenaren.

Ontwikkelingen en veranderingen zijn nu nodig om ook in de toekomst Delft leefbaar te houden. Vanuit zowel de maatschappij als de techniek zullen deze ontwikkelingen moeten komen. Want in 2050, slechts 30 jaar vanaf nu, dient Delft energieneutraal te zijn. Wij zijn blij om te zien dat het bestuursprogramma deze ambitie sterk uit, maar we missen de tussenstappen. Met alleen de totale CO2-uitstoot zien wij niet of ons beleid de juiste resultaten werft. En hoewel wij beseffen dat er meer gemeten wordt dan in het bestuursprogramma staat, vinden wij dit onderwerp zo essentieel, dat wij het college willen kunnen aanspreken bij de begroting: Zetten wij genoeg stappen voor het halen van onze ambities?

En wie gaat ons daarbij helpen? Want de energietransitie doen we samen. Daarvoor dienen we inwoners te ondersteunen die zelf stappen willen zetten.

Het verduurzamen betekent vaak bouwkundige ingrepen. Daarom is het belangrijk dat we integraal gaan kijken wat er nodig is om te verduurzamen. Bijvoorbeeld door samen met een duurzaamheidsadviseur en iemand van de welstand te kijken naar het verduurzamen van monumenten. Wij zijn benieuwd hoe het college hierover denkt.

Naast het voorzien van informatie, kan de gemeente ook het proces vergemakkelijken door het versimpelen van de regelgeving. Iemand die duurzame aanpassingen wil doen aan zijn woning moet nu door veel regelgeving heen. Terwijl we verduurzamen juist willen stimuleren. Er zijn gemeenten die hun welstandsnota helemaal hebben aangepast om duurzame ingrepen mogelijk te maken. STIP wil ook in Delft de regelgeving verduurzamen en vereenvoudigen.

Voor inwoners die zelf niet de initiële investering kunnen doen, zal een slimme oplossing bedacht moeten worden. Bijvoorbeeld door middel van een woningabonnement, maar ook door duidelijke afspraken met woningbouwcorporaties.

Aan de andere kant rijst ook de vraag: 'Welke stappen kan de gemeente zetten?' De gemeente heeft een voorbeeldfunctie en ook voor ons zijn er kansen op duurzaamheid. Goed dat we inzetten om vaker de eerste afnemer te zijn van duurzame innovaties en om meer gebruik te maken van lokaal opgewekte energie. Ook het sluiten van e-deals met bedrijven geeft het juiste signaal af. Maar ook het verduurzamen van het gemeentelijk wagenpark is een verandering die op straat de ambitie van de gemeente weergeeft. Wij zien graag een plan vanuit het college hoe wij deze transitie naar een fossiele brandstofmotor-vrij wagenpark vorm gaan geven. Graag een reactie van de wethouder.

Tot slot is ook de afvalscheiding een belangrijk onderdeel van duurzaamheid wat niet onbenoemd kan blijven. We moeten afval als grondstof gaan zien, die we met de toename in consumptie niet massaal kunnen verbranden of ophopen. Hoe we het effectiefst het afval in Delft scheiden blijft een uitdaging voor de komende jaren. Voor STIP doen we dit vooralsnog via Het Nieuwe Inzamelen. Daarbij dient de gemeente wel de ontwikkelingen rond nascheiding nauw in de gaten te houden en HNI te blijven verbeteren op basis van de ervaringen tot nu toe.

Delft is in de energietransitie uniek, het is de stad waar maatschappij en techniek samenkomen. Daar willen we op blijven inzetten door de realisatie van meer proeftuinen en het zichtbaar maken van de Delftse technologie in de stad.

De Delftse economie

Naast de innovatie en technologische vooruitgang die techniek biedt in ons dagelijks leven, brengt technologie ook veel voor de Delftse economie en haar werkgelegenheid.

Delft heeft een gevestigde naam van internationaal niveau. Bedrijven vestigen hier graag en blijven hier graag. Voldoende bedrijfsruimte is daarbij van belang. In het bestuursprogramma lezen wij een sterke inzet op innovatieve maakindustrie, daarbij pleit STIP wel om alert te blijven dat we de Delftse aantrekkingskracht, Delft als kennisstad, niet vergeten. Ook in sectoren waar niet een product zelf wordt geproduceerd zijn banen op alle niveaus te creëren. Ook een goede ondersteuning voor bijvoorbeeld Onderzoeks- en Onderwijsfaciliteiten, die helemaal aan het begin van de productieketen zitten, is essentieel. Wij denken dat dit zeker voldoende gebeurd, maar vinden het belangrijk om dit niet uit het oog te verliezen.

De verstedelijkingsopgave

Naast de bedrijven die hier graag komen en graag gevestigd blijven, zijn er ook steeds meer mensen die graag in Delft komen wonen en hier willen blijven wonen. Een goede gebalanceerde woningvoorraad is daarvoor van belang, waar wij een gigantisch tekort zien bij starterswoningen. Daarom steunen wij de ambities op het gericht bijbouwen zeer.

Met meer mensen komt ook meer vervoer. Met de beperkte ruimte dienen we daar slim en toekomstgericht mee om te gaan. Voor STIP houdt dat in: meer inzet op de fiets, de voetganger en nieuwe vormen van OV. Goed dat dit ook in het bestuursprogramma wordt benoemd als een van de belangrijkste thema's.

We kijken uit naar de uitbreiding van autoluw in de binnenstad, maar ook daarbuiten. En zien daar ook de kans om de vrijgekomen autoplekken te vervangen door fietsparkeerplekken.

Niet alleen fysiek, maar ook digitaal wil iedereen met elkaar verbonden zijn en met steeds snellere verbindingen. Delft loopt daarbij nog niet voor op het gebied van glasvezelaansluitingen, terwijl dat juist voor onze bedrijven een belangrijke vestigingsvoorwaarde kan zijn. Met de rioolwerkzaamheden op de planning, zien wij een efficiënte stap om dan ook te kijken naar de mogelijkheid om in gecombineerde aanleg glasvezel neer te leggen. Graag een reactie van de wethouder.

Het sociaal domein

Naast de grote opgaven om Delft als fysieke stad te verbeteren, is het ook belangrijk de Delftse samenleving te versterken en toekomstbestendig te maken. Waar mogelijk wil STIP inzetten op preventie, om zo juist problemen en kosten in de toekomst te voorkomen. Denk hierbij aan goede voorlichting op scholen, over geldzaken en verslaving, maar ook aan het aantrekkelijk maken van sport door middel van goede en toegankelijke faciliteiten.

Wat ook steeds duidelijker wordt, zijn de effecten van een slechte mentale gezondheid op de fysieke gezondheid. Landelijk zijn er veel signalen en onderzoeken over de toenemende werkdruk onder jongeren, met mentale problemen en burn-outs tot gevolg. Met de hogescholen en de universiteit in Delft bevindt een relevant gedeelte zich hier in Delft. STIP wil daarom inzetten op een goede samenwerking tussen onderwijsinstellingen en de GGZ, zodat we bij de start deze problemen al aanpakken. Een voorbeeld hiervan zijn de studentenpsychologen die sommige onderwijsinstellingen in dienst hebben. Een nauwe samenwerking met hen vinden wij een minimale stap om te zetten. We zijn benieuwd hoe de wethouder hierover denkt.

Wat onderzoek ook steeds meer aantoont, zijn de effecten op het welzijn door het hebben van werk. Werk is het allerbeste medicijn om uit armoede te komen. Het geeft voldoening en een rol in de maatschappij, met daarbij een positieve sociale controle van de collega's. Zelfs inwoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt proberen we nu te helpen via de Pilot Sociaal Uitzendbureau. Het doel is goed en, afhankelijk van de evaluatie, kunnen we het voortzetten, maar wij stimuleren het college om met meer van dit soort innovatieve producten en samenwerkingen aan de slag te gaan. Het programma Werk Maken van Talent vinden wij daar een heel mooi voorbeeld van, en hopen dat mooie samenwerkingen met ook Delftse bedrijven en Werkse! uitgebreid kunnen worden.

Cultuur en levendigheid

Naast een toekomstbestendige stad, met aandacht voor duurzaamheid, economie, de verstedelijkingsopgave en een efficiënt en effectief Sociaal Domein, is het tot slot ook zeer belangrijk dat het leuk en fijn is om in Delft te wonen. Een goed uitgaansleven, een poppodium, en festivals in Delft, daar is gelukkig na jaren weer wat extra budget voor. Daarbij moeten we niet kleine nieuwe evenementen vergeten. Wij krijgen signalen dat zij veel moeite hebben met een goede opstart.

STIP is erg te spreken over de aandacht voor cultuur en de cultuurgerichte toerist in het bestuursprogramma. Met de inzet op een gevarieerd evenementenaanbod en op cultuur in de wijken maken we Delft een fijne en leuke stad om in te wonen en te verblijven.

Voorzitter,

Tot slot nog een paar algemene punten,

Wij zien dat de doelen in het bestuursprogramma concreet zijn gemaakt door middel van de Global Goals en een aantal indicatoren. Daarop hebben wij wel enkele aanmerkingen. Bij de keuze van de Global Goals zien wij de verantwoording niet terug. Vanwaar de keuze voor deze specifieke Goals, en niet anderen? Wij horen graag een toelichting van de wethouder.

Dan de indicatoren. Meten is weten, en stelt ons als raad ook in staat betere afwegingen te maken. Daar zijn wij een groot voorstander van. Vele indicatoren zijn interessant om Delft in het grotere geheel te plaatsen, maar zijn niet geschikt om budgetten mee te verantwoorden. STIP wil daarom graag nog eens goed naar de indicatoren kijken, om zo een juiste afweging te maken wat we wel en niet meten, mogelijk ook in samenwerking met de R&A-commissie. De belangrijkste opbrengst zou moeten zijn dat wij onze doelen binden aan indicatoren waar we ook daadwerkelijk met het gemeentelijk beleid op kunnen sturen en daarmee afwegingen kunnen maken.

De grote lijnen en ambities in het bestuursprogramma vinden wij erg positief, maar daar zullen wij de komende jaren ook de concrete progressie van terug willen zien.

Om af te sluiten met mijn opening: Het gaat beter met Delft. We kunnen verder kijken dan het heden, op weg naar de toekomst, met de lessen uit het verleden.

Tot zover,

bedankt."